De hypothalamus bestaat uit zenuwcellen. Sommige van die zenuwcellen maken stoffen met een hormoonwerking: neurohormonen. Hierbij is een onderscheid tussen RH’s( releasing-hormonen) en IH’s( hormonen met een remmende werking op productie van hormonen in de hypofyse). De releasing-hormonen stimuleren de hormoonproductie van TSH, FSH, LH, ACTH en groeihormoon in de hypofysevoorkwab. Sommige zenuwcellen in de hypothalamus maken zelf neurohormonen, namelijk ADH en oxytocine. Deze slaan ze op in de hypofyseachterkwab. Als deze vrij moeten komen sturen ze een signaal naar de hypofyse en die geeft die hormonen dan af. Zenuwstelsel en hormoonstelsel werken dus samen. Dit wordt neurosecretie genoemd. '
Neurohormonen uit hypothalamus:
- Releasing hormonen voor FSH, LH, groeihormoon(GRH), TRH, ACTH en prolactine LTH-RH
- Remmende hormonen( IH’s): voor groeihormoon( GIH) en prolactine( LTH-IH)
Hormonen uit de hypofyse achterkwab die gemaakt zijn via de neurohormonen van de hypothalamus:
- ADH( anti-diuretisch hormoon): Dit hormoon heeft invloed op de nierwerking. Het wordt afgegeven via de hypofyse als osmoreceptoren registeren dat de osmotische waarde van het bloed te hoog wordt. Het beperkt het verlies aan water bij de urineproductie en bij zweten. Als het bloedvolume met 8% is gedaald dan vernauwen de bloedvaten die naar de buitenkant van het lichaam lopen. Bloed hoopt zich op in de kern, en de warmteafgifte komt in gevaar. Ook bij urineproductie wordt er minder water uitgescheiden.
- Oxytocine: Stimuleert de afgifte van melk en stimuleert de samentrekking van spieren in de baarmoederwand tijdens de bevalling.
- Groeihormoon: Stimuleert de groei en de stofwisseling. Stimuleert ook de eiwitsynthese in de spiercellen.
- ACTH: Zet het bijnierschors aan tot de productie van hormonen.
- TSH: Zet de schildklier aan tot het afgeven van thyroxine.
- LH: Vrouwen: aanzetten tot ovulatie, vorming en handhaving van het geel lichaam. Mannen: aanzetten tot het maken van testosteron.
- FSH: Vrouwen: stimuleert follikelgroei en zet aan tot het maken van oestrogeen. Mannen: bevordert de spermatogenese.
- LTH: Stimuleert de aanmaak van melk. Remt de aanmaak van LH en ook de FSH productie bij een overmaat.
- LPH: Zorgt voor eigen verdoving van de moeder tijdens de bevalling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten